Adoptieprocedure

In het verleden werkte Fiac in Ethiopië samen met twee opvangtehuizen: het Amba en Toukoul.

  • Het Amba was een 'transithuis' waar kinderen verbleven die voor adoptie in aanmerking kwamen, en dit tijdelijk en in afwachting van hun eigenlijke adoptieplaatsing. Adoptieouders bezochten er hun toekomstige adoptiekinderen en gingen hen persoonlijk in het Amba ophalen. Daarna verbleven ze samen nog ongeveer een week in Addis Abeba en omstreken vooraleer terug naar België te reizen. 
  • Het Toukoul weeshuis werkte op grotere schaal. ‘Toukoul’ was de naam van het weeshuis van de organisatie SOS Enfants Ethiopië. De samenwerking met Toukoul is destijds ontstaan vanuit een vraag uit het herkomstland zelf via onze Waalse partnerorganisatie Sourires d’Enfants. 

 

        


Een adoptie vanuit het herkomstland Ethiopië verliep in de regel als volgt:

  • Kandidaat-adoptieouders verzamelden de nodige documenten voor het aanmaken van een aanvraagdossier en onder begeleiding van de dossierbeheerder werd alles klaargemaakt om verstuurd te worden naar de contactpersoon in Ethiopië. 
  • Kinderen in nood die voor adoptie in aanmerking kwamen, werden via de lokale afdelingen van het Ministry of Women Affaires (MOWCYA, de bevoegde autoriteit) toegewezen aan de geregistreerde vertegenwoordiger in Ethiopië, die de kinddossiers bezorgde aan de adoptiedienst. 
  • Fiac-Horizon ontving een kindstudie vanuit Ethiopië en bereidde daarop een matching voor. Een kindstudie bevatte informatie over de sociale context van het te plaatsen kind, een medisch verslag en een foto. 
  • Na goedkeuring van de toewijzing door de Vlaamse Centrale Autoriteit Kind en Gezin, werden de kandidaat-adoptieouders op de hoogte gebracht van de toewijzing.  
  • De nazorgmedewerker stelde de kindstudie voor aan de kandidaat-adoptanten, een belangrijk moment in het hele adoptieproces. Voor het eerst kwam het lang verwachte kind concreet in beeld. Indien de kandidaat-adoptieouders het voorgestelde kind aanvaardden, werd dit meegedeeld aan de contactpersoon in Ethiopië.
  • Bij aanvaarding werd ook MOWA hiervan op de hoogte gesteld via de vertegenwoordiger in Ethiopië.
  • Het administratieve proces werd opgestart: er werd een adoptiecontract afgesloten tussen MOWCYA, de instelling die het kind vertegenwoordigde en de vertegenwoordiger van de adoptiedienst (als vertegenwoordiger van de kandidaat-adoptieouders).  MOWCYA onderzocht het dossier, gaf goedkeuring van het kinddossier en goedkeuring van het aanvraagdossier van de kandidaat-adoptanten. 
  • De contactpersoon in Ethiopië diende daaropvolgend de aanvraag voor adoptie in op de rechtbank in Ethiopië.  De rechtbank bepaalde twee data voor zittingen, enerzijds werden de antecedenten van het kind gehoord, anderzijds de kandidaat-adoptieouders.
  • Wanneer de rechtbankdatum bekend was, werden de kandidaten uitgenodigd op de dienst om de reis praktisch voor te bereiden.  Soms reisden verschillende gezinnen samen af. 
  • Voor de eerste reis dienden kandidaat-adoptanten rekening te houden met een verblijfsduur van een week. 
  • Ongeveer 9 weken later kon de tweede afreis plaatsvinden. 
  • Nadat de rechtbank de adoptie had uitgesproken, dienden de officiële documenten in Ethiopië van het Amhaars naar het Engels vertaald en gelegaliseerd te worden.
  • Na de erkenning van de buitenlandse adoptiebeslissing door de Federale Centrale Autoriteit in België, kon er een visum uitgereikt worden en konden de adoptieouders voor een tweede maal afreizen om hun kind(eren) in Ethiopië af te halen. Hiervoor verbleven de adoptieouders opnieuw ongeveer 1 week ter plaatse.
  • Een adoptie uitgesproken in Ethiopië werd juridisch in België erkend als een 'gewone' adoptie.